In een DC-bekabelingssysteem kunnen inductielussen ontstaan. Dit gebeurt wanneer er een gesloten kring van kabels wordt gecreëerd, wat kan leiden tot elektromagnetische (EM) interferentie. Deze inductielussen kunnen gevaarlijk zijn, vooral bij blikseminslag, waar een grote inductiespanning kan ontstaan die het systeem kan beschadigen.
Hoe ontstaat een inductielus?
Een inductielus ontstaat wanneer de plus- en minkabels niet dicht bij elkaar worden geïnstalleerd. Dit vergroot de oppervlakte van de lus, wat leidt tot inductieve spanningsverschillen die optreden wanneer het systeem wordt blootgesteld aan elektromagnetische invloeden, zoals bij blikseminslagen. Wanneer bliksem een elektriciteitsnet treft, kan dit leiden tot enorme spanningen in de kabels van een PV-installatie als er grote lussen zijn.

Waarom is dit een probleem?
- Een grotere inductielus verhoogt de kans op beschadiging van de omvormer, panelen en andere elektrische componenten van het systeem.
- Bij een blikseminslag kan de inductieve spanning schade veroorzaken aan de gevoelige elektronische circuits binnen de installatie.
- In geval van een lichtboog tussen kabels kan de isolatie van kabels aangetast worden, wat kan leiden tot brandgevaar.
Hoe verklein je de inductielus?
- Plaats de plus- en minkabels zo dicht mogelijk bij elkaar om de inductielus te minimaliseren. Dit vermindert het effect van elektromagnetische interferentie en zorgt ervoor dat de spanning die tijdens een blikseminslag kan worden opgewekt, minder groot is.
- Het gebruik van een middenschot binnen de kabelgoot kan helpen om de polariteiten gescheiden te houden zonder de afstand tussen de kabels te vergroten, wat bijdraagt aan het verkleinen van de inductielus.
- Zorg ervoor dat de vereffeningsgeleider parallel loopt met de DC-bekabeling om de risico’s van inductie door bliksem verder te verminderen.


🔧 Beveiliging tegen elektromagnetische storingen
De inductielus speelt een grote rol bij de bescherming tegen elektromagnetische storingen (EMI). Om schade door blikseminslag te minimaliseren, is het van belang dat de bekabeling van een PV-installatie:
- Parallel aan elkaar ligt: Dit voorkomt het ontstaan van grote inductielussen, zoals beschreven in NEN 1010 (712.521.13).
- De bekabeling moet op een manier worden aangelegd die zorgt voor een kleine oppervlakte van de lus, zodat bij een blikseminslag de opwekking van een grote inductiespanning wordt voorkomen.
Extra voorzorgsmaatregelen
- Zorg ervoor dat de kabels geen scherpe bochten maken, wat de inductie kan verhogen.
- Beperk het aantal kabelverbindingen om het risico op storing en inductie te minimaliseren.
💡 Daisy-Chain vs Haasje-Over (Leapfrog) bekabeling
1) Daisy-Chain-techniek
Bij de Daisy-Chain techniek wordt de bekabeling continu door de panelen met elkaar verbonden. De retourdraad wordt aan elk uiteinde van de rij bevestigd. Deze techniek is eenvoudig toe te passen voor systemen waarbij de strings niet in een rechte lijn staan of de kabels kort zijn (ongeveer 1,1 meter of minder).
Voordelen:
- Eenvoudig in gebruik voor kleinere installaties.
- Minder materiaal nodig.
- Gemakkelijk aan te passen aan verschillende configuraties.
Nadelen:
- Meer zichtbare bekabeling.
- Niet ideaal voor grotere systemen of rechte opstellingen.
2) Haasje-Over (Leapfrog) techniek
Met de Leapfrog methode worden de panelen om-en-om aangesloten. De installateur slaat telkens een paneel over, werkt naar het einde van de rij, en keert dan terug om de panelen aan de andere kant van de string aan te sluiten.
Voordelen:
- Vermindert de benodigde bekabeling.
- Efficiënter bij grotere systemen, omdat de inductielus kleiner wordt.
- Minder kans op elektromagnetische storingen.
Nadelen:
- Complexer om correct uit te voeren.
- Meer tijd en aandacht nodig om fouten te voorkomen.

📏 Conclusie: Veilige en Efficiënte Bekabeling
Het correct aanleggen van de DC-bekabeling in een PV-installatie is essentieel voor de veiligheid en efficiëntie van het systeem. Door de juiste technieken en normen toe te passen, kunnen we de risico’s op brand, inductieproblemen en elektromagnetische storingen minimaliseren.
Gebruik de Leapfrog techniek voor een efficiëntere installatie, maar zorg ervoor dat de plus- en minkabels altijd zo dicht mogelijk bij elkaar liggen om de inductielus klein te houden en het systeem te beschermen tegen blikseminslag.